Hoog tijd om te kiezen vóór de Oostendse haven!

Op 2 april 2010

De voorbije jaren werden door het stadsbestuur, onder impuls van J. Vande Lanotte, heel wat plannen ontplooid voor het Oostendse havengebied. Wat opvalt is dat heel wat van die plannen niets te maken hebben met havenactiviteiten. Blijkbaar zijn ze de haven beu, zijn de meer dan 1000 werknemers in het havengebied niet belangrijk en komt leefbaarheid van de Vuurtorenwijk op het tweede plan.

Voor N-VA is het hoog tijd om keuzes te maken vóór de haven, niet ten koste van de haven. De bedrijven die er nu meer dan 1000 mensen tewerkstellen, hebben dringend nood aan rechtszekerheid! Alleen duidelijke keuzes kunnen hiervoor zorgen, anders blijven investeringen uit. Investeren is werken aan de toekomst. Het bepaalt de toekomst van duizenden mensen.

We stellen graag onze opties voor de toekomst van onze haven voor: visserij en visverwerking, Oostende als service-haven voor de scheepvaart, Oostende als knooppunt voor nieuwe technieken en technologie, Oostende als jachthaven en een levende haven als link naar toerisme en erfgoed.

Depot van De Lijn kan niet in de voorhaven.

Er zijn plannen om een nieuw depot van De Lijn op het Houtdok neer te poten. De voorhaven kan niet uitbreiden, de ruimte is dus beperkt. De beschikbare ruimte moet dus efficiënt worden gebruikt. Dit betekent in de eerste plaats dat nieuwe activiteiten in het havengebied zonder uitzondering havengebonden activiteiten moeten zijn. Een Lijn-depot te midden de haven is dus een slecht idee: als je al geen plaats over hebt, dan moet je er niet kwistig mee omspringen. Er is plaats genoeg in de achterhaven zónder dat je kostbare havengronden moet verkwanselen.

Appartementsblokken in de voorhaven betekenen de doodsteek voor de haven.

De bouwheren van het stadsbestuur willen meer dan 1800 wooneenheden in de voorhaven laten bouwen. Als het nu trams en bussen zijn of het zijn appartementen, de conclusie is dezelfde: de weinige ruimte die er is moet worden gebruikt ten bate van de ontwikkeling en verdere uitbouw van havenactiviteiten. Je kan het trouwens zo zien gebeuren: binnen de kortste keren ervaren bewoners industriële activiteiten als overlast, 1800 gezinnen tussen dokken en industrie een plaats geven, betekent dus dat nieuwe en vernieuwende initiatieven in de haven zeer onwaarschijnlijk worden. Stilstaan is achteruitgaan en zonder nieuwe en innoverende activiteiten heeft de haven geen toekomst.

Onze opties voor de toekomst: leiderschap in nichemarkten.

De haven moet alle kansen krijgen zich duurzaam en zinvol te ontwikkelen. Een eerste vraag die men zich kan stellen is of elke haven hetzelfde moet doen. Containertrafiek was blijkbaar niet de juiste optie: Cobelfret heeft de benen genomen. En weten dat men een stuk van het Visserijdok wilde dempen voor Cobelfret! RORO is ook niet zaligmakend: in 2009 daalde de RORO-trafiek met maar liefst 42%! De Oostendse haven moet diversifiëren, zodat het niet afhankelijk is van twee pijlers die weinig zekerheid bieden. Naast RORO en bulk moet Oostende er alles doen om een leiderspositie te verwerven in enkele nichemarkten. Nog langer wachten kan niet!

Visserij en visverwerking

De visserij blijft belangrijk. Het dempen van het Visserijdok kan nu dus geen optie zijn. In de haven moet plaats zijn voor visserij en visverwerkende industrie. De rol van de vismijn moet blijven, misschien kan ze bij een samenwerking met de haven van Zeebrugge zelfs groeien. Duurzame visserij betekent nieuwe technieken en technologie ontwikkelen. Hier kan de Oostendse haven een leiderspositie in verwerven. De aanwezigheid van het VLIZ kan hierin een rol spelen.

Oostende als service-haven

Schepen kunnen de Oostendse haven makkelijk en snel aandoen. Oostende moet zich profileren als service-haven voor de scheepvaart. Herstellingen, onderhoud en scheepsbouw is zo'n nichemarkt waar Oostende een verschil moet maken. Er zijn verschillende scheepswerven en scheepsliften aanwezig. Heel wat KMO's bieden deze diensten er nu al aan. Het is zaak om het aanbod dat wordt geboden op elkaar af te stemmen.

Oostende als jachthaven

De geplande strekdammen in zee moeten ruimte creëren voor yachting. De service-haven betekent ook hier een meerwaarde.

Oostende als knooppunt voor nieuwe technieken en technologie

De aanwezigheid van het VLIZ en Greenbridge moeten resulteren in spin-offs die nieuwe technieken en technologie verder ontwikkelen en commercialiseren. Duurzame visserij is hier een voorbeeld van.

Een levende haven als link naar toerisme en erfgoed.

De haven met o.a. de Slipway, het Fort Napoleon, de duinen, de oversteek naar de Westeroever liggen allemaal op een zakdoek. Het (maritiem) erfgoed is een bijkomende troef die in het toerismebeleid van Oostende moet worden geïntegreerd. Een levende haven zorgt voor de link en de meerwaarde.

N-VA Oostende kiest voor een duurzame toekomst voor de Oostendse haven. Als je niet de grootste of sterkste kan zijn, moet je ernaar streven de beste te zijn in enkele belangrijke activiteiten voor de scheepvaart en visserij. De arbeidsplaatsen in de Oostendse regio zijn dun gezaaid: we moeten dus zorg dragen voor het werk dat er wel is. Het Visserijdok nu dempen staat haaks op deze bezorgdheid. Een depot van De Lijn in de voorhaven kan voor N-VA Oostende ook niet.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is