N-VA wil één groot Oostends ziekenhuis

Op 6 juni 2012

Oostende heeft nood aan 1 groot ziekenhuis in plaats van 2 concurrerende met een lachende derde in Brugge. Dat zegt Oostends N-VA-Kamerlid Manu Beuselinck die voor zijn partij ook coördinator is in de commissie Volksgezondheid. De fusie van het Henri Serruysziekenhuis met het AZ Sint-Jan uit Brugge is mislukt. Hij wil dan ook dat er eindelijk werk wordt gemaakt van één groot Oostends ziekenhuis samen met het AZ Damiaan. Indien dit mogelijk blijkt, moet  het Serruysziekenhuis uit de fusie met het AZ- Sint-Jan Brugge stappen. Beuselinck: “De fusie van het Serruysziekenhuis met het Brugse AZ Sint-Jan heeft tot op vandaag geen meerwaarde gebracht voor het aanbod van gezondheidszorg in Oostende.  Dat kan ook moeilijk anders: een fusie met een ander ziekenhuis 25 kilometer verderop is in de praktijk moeilijk werkbaar.”  Ook het feit dat Oostende bij de fusie nagenoeg alle beslissingsmacht uit handen heeft gegeven zit hem meer dan dwars.  “We moeten als Oostendenaars opnieuw baas worden in ons eigen ziekenhuis.” 

 

De fusie tussen het Oostendse en Brugse OCMW-ziekenhuis kwam er, onder politieke druk, in 2009, nadat eerdere fusiegesprekken tussen de Oostendse ziekenhuizen, het Henri Serruysziekenhuis en AZ Damiaan, op niets uitdraaiden.  De grote fusiebeweging tussen ziekenhuizen kwam eind jaren ’90 op gang.  Schaalvergroting in het ziekenhuislandschap moest in de eerste plaats zorgen voor een fikse besparing in de gezondheidszorg. 

 

Ook bij de fusie tussen het Serruysziekenhuis en het AZ Sint-Jan bleek dat de grootste beweegreden te zijn.   “In het fusieplan heeft men het enkel over economische synergieën.  Over synergieën en mogelijke meerwaarde op vlak van patiëntenzorg wordt met geen woord gerept.  Heel belangrijk was blijkbaar ook “dat we nu het derde grootste ziekenhuis in België zijn.” Nu, ruim 3 jaar na de fusie, stellen we ook vast dat beide campussen nog steeds twee aparte werelden zijn.” zegt Manu Beuselinck.  “De meerwaarde van deze fusie voor de patiënten is dan ook ver te zoeken.”

 

Dat blijkt ook uit het feit dat slechts vier artsen zowel in Brugge en Oostende actief zijn.  Manu Beuselinck:  “Het gaat dan nog om 4 kinderartsen die, na het vertrek van 3 kinderartsen uit Oostende, noodgedwongen ook naar Oostende moeten komen.”  Vandaag is er dus nog niets te merken van enige integratie van de medische diensten.  Van enige samenwerking tussen artsen voor het opvangen van wachtdiensten bijvoorbeeld is geen sprake.

 

Maar ook andere elementen wijzen erop dat grote cultuurverschillen tussen de Brugse en Oostendse campus een echte fusie in de weg staan.  “We gaan nu het vierde jaar in van de fusie.  Vandaag is er nog altijd geen eenheidsstatuut voor de artsen.  En dat is niet onbelangrijk.  De financiële bijdragen van de artsen aan het ziekenhuis maken namelijk een groot deel uit van de inkomsten van het ziekenhuis.”

 

Een echte fusie betekent dat de schaalvergroting ervoor zorgt dat je het zorgaanbod op de verschillende campussen op elkaar gaat afstemmen.  Door dat te doen worden de geneesheren opgenomen in een groter team zodat meer ruimte komt voor het uitdiepen van een specialisatie en het aanbieden van nieuwe niches.  Beuselinck: “Dat zijn voordelen van een fusie die er voor de Oostendse patiënt echt toe doen.  Pas dan kan een fusie ervoor zorgen dat je meer gespecialiseerde topkwaliteit kan leveren die de Oostendenaars verdienen.”

 

Ook het feit dat twee ziekenhuizen in Oostende elkaar moeten beconcurreren, waarbij één van die twee steeds meer wordt gedomineerd door de Brugse directie, sterkt N-VA’er Beuselinck in de overtuiging dat er in Oostende werk moet gemaakt worden van één groot ziekenhuis.  “In een open en constructieve sfeer moeten we in Oostende de krachten kunnen bundelen.  Wanneer dat kan, lijkt het me niet meer dan logisch dat het Henri Serruysziekenhuis uit de fusie met AZ Sint-Jan stapt.” zegt Manu Beuselinck. Dit zou leiden naar heel wat efficiëntiewinst. Denk alleen maar aan het feit dat er maar 1 spoeddienst meer moet gefinancierd worden. Voor alle (Oostendse) betrokken partijen heeft de fusie voordelen. Artsen kunnen grotere en meer gespecialiseerde teams vormen. Ook het probleem voor het grote aantal wachtdiensten van de artsen zou hierdoor minder acuut worden. Huisartsen kunnen doorverwijzen naar 1 ziekenhuis. Door het vormen van grotere teams heeft het personeel meer vrijheid om werkuren te variëren en wordt werkzekerheid op lange termijn verschaft. Voor de Oostendenaars is de winst duidelijk. Meer patiënten kunnen behandeld worden in Oostende, door grotere en meer gespecialiseerde teams met minder doorverwijzingen naar Brugge. Samenwerking met AZ Sint-Jan Brugge blijft natuurlijk mogelijk en wenselijk als supergespecialiseerd 3de lijns-ziekenhuis.

 

Oostende heeft niets meer te zeggen in eigen ziekenhuis

 

Het Oostendse stadsbestuur heeft bij de fusie alle beslissingsmacht uit handen gegeven.  Beuselinck: “Oostende kan binnen de fusie over twee dingen zijn veto uitspreken: over de toetreding van een ziekenhuis tot de fusie en over de manier waarop wordt omgegaan met een eventueel verlies op het einde van het boekjaar.  Het kan toch niet dat we als Oostendenaars niets meer te zeggen hebben over ons eigen ziekenhuis?” 

 

75% van de leden van de Algemene Vergadering zijn Bruggelingen.  “Zelfs voor beslissingen die met een 2/3-meerderheid, of zelfs een ¾ meerderheid moeten worden genomen, zijn de Oostendse leden van de Algemene Vergadering niet nodig” aldus Beuselinck.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is