U bent hier
Vriendjespolitiek bij toewijzing strandbars
Op 8 juni wees het schepencollege de uitbating van twee strandbars toe aan evenveel horeca-uitbaters. “We juichen uiteraard alle initiatieven toe die bijdragen aan het ‘hipper’ en aantrekkelijker Oostende, steeds met respect voor de omgeving. Maar ook transparantie is nodig. En daaraan ontbreekt het bij de toewijzing van de strandbars. Het gefoefel mag stoppen: het is oneerlijk en het kost de stad geld.” zegt gemeenteraadslid Steven Nagels.
Oneerlijk verloop van de toewijzing.
Geïnteresseerden die een strandbar wilden uitbaten, kregen daar de kans niet toe, want de oproep om zich kandidaat te stellen werd nooit publiek gemaakt. Naderhand bleek dat enkele met het stadsbestuur "bevriende" kandidaten hun kandidatuur al hadden ingediend, nog voor er in de pers nog maar sprake was van strandbars.
“De manier waarop dit is gebeurd, is ronduit oneerlijk,“ legt Steven Nagels uit. “Het stadsbestuur gebruikt een truc om de wet te omzeilen. Oostende bestempelt de strandbars als een ‘evenement met zone voor constructies met EHBO-post, sanitaire voorzieningen en terras met tijdelijk karakter’. Nochtans: dat het uitbaten van een beachbar geen evenement is, staat letterlijk te lezen in het ‘Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor strand en dijk Oostende’. Om geen publieke oproep te moeten doen en zo te kunnen toewijzen aan hun vrienden (lees: de wet te omzeilen), lapt dit stadsbestuur dus een andere wet aan z'n laars. Het toekennen van de strandbars door het als een evenement te beschouwen is dus, om het in het Oostends te zeggen, ‘gefoefel’.”
Minder inkomsten voor onze stadskas
Nu moet een uitbater 3.000 euro betalen voor het uitbaten van een strandbar. “Had de stad een concessie uitgeschreven, zoals het hoorde, dan konden de kandidaten opbieden tegen elkaar en kreeg de stadskas meer inkomsten. Onze stad heeft nood aan een transparant en open beleid, en niet aan dit soort oneerlijke constructies om vriendjes te bedienen,” aldus Steven Nagels.