U bent hier
Aanvraag nieuwe exploitatievergunning Luchthaven Oostende-Brugge: Stad Oostende verleent gunstig advies met bijzondere voorwaarden
Stad Oostende heeft een voorwaardelijk gunstig advies verleend voor de exploitatieaanvraag van de Luchthaven Oostende. Het openbaar onderzoek voor de hervergunning loopt nog tot 28 juni 2024.
De huidige vergunning voor de exploitatie van de Luchthaven Oostende-Brugge dateert van 19 oktober 2004 voor een periode van 20 jaar. Recent heeft de Luchthavenexploitatiemaatschappij (LEM) een hervergunning aangevraagd voor de uitbating van een vliegveld met start- en landingsbanen. Er is geen uitbreiding van de bestaande infrastructuur voorzien. De luchthaven zal inzetten op de ontwikkeling van de vrachtactiviteiten aan Apron 1. Het stedenbouwkundig luik omvat de afschaffing van de buurtweg. Alle activiteiten vallen binnen de huidige vergunde geluidsruimte.
De visienota Vlaanderen (Dep. Mobiliteit en Openbare Werken) uit 2022 luidt als volgt: “De Luchthaven Oostende-Brugge zal zich in de eerste plaats focussen op de ontwikkeling van toenemende passagierstrafiek. Daarnaast kan de luchthavenexploitant ook inzetten op een groei van de cargo-markt, als ze zich hierbij voornamelijk toelegt op nabijheid.”
Openbaar onderzoek en infovergadering
De adviesvraag met vraag om een openbaar onderzoek te organiseren, werd ontvangen vanuit Vlaanderen op 7 mei 2024. Het openbaar onderzoek ging van start op 30 mei en loopt nog tot 28 juni 2024. Op 12 juni 2024 was er een informatievergadering in het Stadhuis.
De beslissing kan pas genomen worden na afronding van het openbaar onderzoek, ook voor het Project-MER waarvoor de procedure gelijktijdig loopt. Na de beslissing van de bevoegde Minister volgt het Ministerieel besluit op 3 november 2024.
Advies Stad Oostende
Stad Oostende verleent een voorwaardelijk gunstig advies voor de exploitatieaanvraag.
Het project-MER voldoet aan de algemene en sectorale voorwaarden van VLAREM II. De bijzondere milieuvoorwaarden van de vorige vergunningen blijven onverminderd van kracht. Alle milderende maatregelen die worden voorgesteld in het Project-MER moeten uitgevoerd worden. Eventuele aanpassingen op de postmonitoring van de luchtemissies door VMM, afdeling Lucht, moeten gevolgd worden.
Omdat er tijdens de infovergadering discussie was over de impact van het grondgeluid van het proefdraaien op de nabije omwonenden, raadt de Stad aan om bijkomende metingen uit te voeren ter hoogte van deze woningen. Verder moet ook het klachtenregister van de huidige vergunning behouden blijven en moet er een jaarlijks verslag van de klachten en aangeboden antwoorden worden opgemaakt. Deze wordt ook bezorgd aan de Stad Oostende. Op de website van de Luchthaven moet steeds gepubliceerd worden wanneer er trainingsvluchten zijn.
Indien uit resultaten van het BBO (beschrijvend bodemonderzoek) blijkt dat het oppervlaktewater van de Kalkaertvijver niet geschikt is voor gebruik tijdens brandblusoefeningen, moet hiervoor een alternatief worden gezocht, om zo verdere vervuiling van het luchthaventerrein te voorkomen.